Islamitische Begraafplaats & Moskee Amsterdam*
* 1e Prijs Archiprix 2005 Nederland
* Genomineerd voor Archiprix 2007 Internationaal, Shanghai
Er verschijnen steeds meer islamitische begraafplaatsen in Nederland en Europa. Meestal zijn ze een onderdeel van de reeds bestaande gemeentelijke begraafplaats en zijn ze alleen als islamitisch te herkennen door de graven en de opschriften.
Om de discussie over islamitisch begraven aan te zwengelen, is als case-study een ontwerp voor een islamitische begraafplaats met moskee midden in een drukke volkswijk in Amsterdam Oud West ontworpen.
Furkan Köse studeerde cum laude af aan de Academie voor Bouwkunst in Amsterdam met zijn project ‘Islamitische Begraafplaats Amsterdam’.
De islamitische begraafplaats is gesitueerd in stadsdeel Bos en Lommer, grenzend aan stadsdeel de Baarsjes – een wijk waarin moslims ruim vertegenwoordigd zijn. De begraafplaats krijgt een plek in het Erasmuspark. Door dit park leiden er twee wegen naar de algemene islamitische begraafplaats. Het park dient zodoende als voorkamer – een stilteroute – voor de begraafplaats.
De begraafplaats is geïnspireerd op de hortus conclusus: een omsloten tuin die verwijst naar het paradijs en de paradijselijke tuinen. Hortus conclusus is een gelaagd begrip. Het staat letterlijk voor omsloten tuin of besloten hof. Maar behalve naar de relatie natuur – cultuur – architectuur verwijst zij naar geborgenheid.
Op de binnenplaats is een grote graventuin met ruimte voor zo’n 2000 graven met aan de ene kant een uitvaartcentrum en aan de andere kant een moskee die enkel in dienst staat van de begraafplaats. De twee routes en twee gebouwen maken zowel een begrafenis in Nederlandse, als in islamitische traditie mogelijk. Het islamitische dodengebed voltrekt zich in de moskee. Het uitvaartgebouw biedt mogelijkheden tot het familiaire afscheid, het houden van rouwbijeenkomsten, wassen, reinigen, ook van de overledene, waarna er begraven wordt op het veld.
Door het introduceren van twee routes, een ‘spirituele’ en een ‘familiaire’, ontstaat de mogelijkheid om ook voor niet-moslims en kinderen en vrouwen bij de begrafenis aanwezig te zijn. Het is vrij nieuw en ongebruikelijk om dit te introduceren; normaal zijn alleen mannen aanwezig bij een begrafenis. Omdat het een algemeen islamitische begraafplaats betreft, en de gebruikers uit verschillende bevolkingsgroepen afkomstig zijn die elk hun eigen beeldtaal en culturele rituelen kennen, is gekozen voor een vrij neutrale architectuur. De moskee ziet er niet als een moskee uit, dat wil zeggen met de karakteristieke toren.
Een exclusief islamitische begraafplaats is overigens geen vereiste; belangrijk is vooral de zekerheid van de naleving van de gebruiken , belangrijk is de naleving van het eeuwigdurend grafrecht en dat iets van de cultuur zichtbaar is zodat de mensen er zich thuis kunnen voelen.
Ondanks het gebruik van moderne materialen wordt het klassieke principe van de hortus conclusus vanuit de islamistische (architectuur)geschiedenis benadert. Het ontwerp refereert naar de geleidelijke overgang van open naar gesloten ruimten van de gebouwen en de tuin, die door nauwkeurig geplaatste openingen tevens een glimp geven van de binnenwereld en zich openen naar het landschap, verwijzend naar Al-Batin (Verborgen) en Al-Zahir (Manifest), twee van de 99 namen van Allah.
Ideaalbeeld , interview Pauline Prior – De Groene Uitvaart
Köse ziet deze (zowel open als gesloten) begraafplaats mét moskee in een buurt waar veel moslims wonen als een goed antwoord op de vele ‘knelpunten’ die er nu zijn bij het islamitisch begraven: nu worden de diverse onderdelen van het rouwritueel geografisch verspreid (ritueel wassen vindt vaak plaats in het ziekenhuis of een uitvaartcentrum), eeuwigdurend grafrecht ontbreekt op ‘gewone’ begraafplaatsen, en begraven worden op bestaande islamitische gedeelten op algemene begraafplaatsen zonder goede voorzieningen, is niet gewild. ‘Zij worden niet waardig gevonden omdat deze vaak het gevoel geven begraven te zijn in de achtertuin van de buren.’
Maar is het dan geen utopie omdat eeuwige graven in Nederland niet meer worden uitgegeven en waarschijnlijk al helemaal niet op een plek midden in de stad? En zullen bewoners het niet jammer vinden dat het weinige groen in hun buurt ‘versteend’ wordt? Een fictief plan dus? Of zou het gerealiseerd kunnen worden als onderdeel van een nieuwbouwproject?
Köse noemt de gekozen locatie zelf als een van de grote kwaliteiten van het plan. “Het ligt namelijk sociaal-geografisch gezien erg goed, in een buurt waar een overwegend islamitische bevolkingsgroep woont. En het is goed bereikbaar voor anderen, in de buurt van de snelweg. Het heeft een duidelijk adres, is een herkenbare locatie en heeft als park prachtige kwaliteiten waar ik dankbaar gebruik van heb gemaakt. Ik heb een balans gevonden tussen het autonome karakter van het programma en een gewenste inmenging in het stedelijk weefsel. Deze randvoorwaarde voor de locatie werd door de afstudeercommissie als een interessante uitdaging gezien.”
“Het is vanuit een ideaalbeeld ontworpen. Het afstudeerplan is fictief: een afkadering van deze nieuwe opgave, omdat een ‘praatmodel’ een discussie over de problematiek beter zou kunnen aankaarten.
Mijn thesis betreft een vakinhoudelijke en sociaal maatschappelijke stelling die vertaald is naar een beeld om de discussie op gang te brengen en antwoorden te vinden voor de in de nabije toekomst aankomende maatschappelijk vraagstukken.
Door het verschuiven van het perspectief voor een grote groep allochtonen van tijdelijke naar blijvende vestiging in Nederland, is de behoefte ontstaan naar een eigen plek waar overleden islamieten op een waardige manier begraven kunnen worden. Onze opgave is een passend antwoord te geven op deze ontwikkeling. Hoe moeten we omgaan met het programma en het idioom van de islamitische bouwkunst in een Nederlandse context? De laatste jaren staat de islam in een negatief daglicht. Met deze opgave probeer ik een positieve bijdrage te leveren aan deze discussie door een invulling te geven aan de laatste stap van de integratie van muslims in Nederland – Europa.”
Studie: Academie van Bouwkunst Amsterdam 2004
plaats: Amsterdam West, Erasmuspark
Mentoren: Tijmen Ploeg, Herman Zeinstra, Bruno Doedens, Machiel Spaan